• Niet gebruikte hersenverbindingen verdwijnen

     

    Als het kind geboren wordt heeft het een enorme hoeveelheid hersencellen en verbindingen, en dit neemt in de eerste maand ook nog sterk toe (van 15 miljoen naar 100 miljoen verbindingen).

    In de eerste twee levensjaren van een mens worden de bestaande hersencellen volwassen en gaan zij steeds meer verbindingen met andere hersencellen maken door toenemende synapsvorming. Dit proces heet synaptogenese. Het aantal verbindingen is tegen het derde levensjaar opgelopen tot een maximum van zowat 15.000 per cel. Door deze toename zijn de hersenen in de jeugd het meest gevoelig voor leren.

     http://www.youtube.com/watch?v=XuaFatcGVbA 

     

    Op een leeftijd van drie jaar hebben kinderen drie keer zoveel verbindingen als volwassene. Uit onderzoek blijkt dat een verwaarloosd kind (kindertehuis in Roemenië) de helft minder hersenactiviteiten heeft dan een normaal kind.  Hersenactiviteit komt door ontwikkeling, en dit komt door stimulatie. Ofwel te weinig stimulatie van een kind is slecht voor de hersenactiviteit

  • Beter ontwikkelen bij groter sociaal netwerk

     

    Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat kinderen zich beter ontwikkelen als ze opgenomen zijn in sociale netwerken die groter zijn dan het gezin alleen. Een voorbeeld hiervan is als de verbindingen goed zijn tussen ouders in de buurt en tussen ouders en school, dan presteren kinderen beter en hebben ze meer kans op maatschappelijk succes (De Winter, 2005).

    In de eerste levensjaren van een kind worden er meer verbindingen gelegd tussen hersencellen dan in enige andere periode van het leven. In de loop van die eerste levensjaren worden ook verbindingen weer afgebroken, namelijk verbindingen waar geen gebruik van wordt gemaakt. Hoe meer uitdagingen en stimulansen een kind krijgt, hoe meer van deze verbindingen behouden blijven. Deze uitdagingen en stimulansen kunnen door middel van interactie en activiteiten aangeboden worden aan het kind. Met deze gedachte zijn de VVE programma’s door de overheid ontwikkeld.

  • Hoe meer succesvolle ervaringen het kind krijgt

     

    Hoe meer succesvolle ervaringen het kind krijgt, hoe leergieriger het kind wordt en hoe leuker hij het vindt om nieuw gedrag te imiteren en eigen te maken.
     


    Als de gastouder de kinderen  zoveel mogelijk stimuleerd en motiveert door veel met hen te praten,
    zorgen zij voor een continue interactie tussen hen en de kinderen, vooral tijdens activiteiten. Zo kunnen bijvoorbeeld tijdens het eten de kleuren van de borden en het bestek benoemd worden. Kinderen kunnen hun aandacht moeilijk langer dan half uur vasthouden op één activiteit en op deze manier probeert de gastouder beter in te spelen op de concentratieboog van het kind. Tijdens de activiteiten mogen  kinderen hieraan meedoen, het kind haakt af wanneer zijn concentratie weg is en kan aanhaken wanneer hij weer mee wil doen. De gastouder kan hier bewust op inspelen. 

  • Leren wat het zou moeten leren

     

    Kleine kinderen zijn erg gevoelig voor en geïnteresseerd in liedjes en muziek. De periode tussen het eerste en zevende jaar wordt de gevoelige periode genoemd voor het leren zingen en het ontwikkelen van het muzikale gehoor. Als het kind in de gevoelige periode niet datgene krijgt aangeboden om te leren wat het zou moeten leren, zal het kind daarna veel meer moeite hebben om datgene alsnog te leren. De kans is heel groot dat een kind, als er nooit met hem/haar gezongen wordt, als volwassene niet alleen niet durft te zingen, maar ook niet zuiver kan zingen. Ook het gehoor heeft zich niet goed kunnen ontwikkelen, ofwel de algehele muzikale aanleg heeft zich niet kunnen ontwikkelen.