Veiligheid en welbevinden 
De eerste basisbehoeften van een kind zijn lichamelijke verzorging, liefde en veiligheid. Een goede gastouder staat garant voor de veiligheid en gezondheid van een kind dat aan haar is toevertrouwd. Zij zorgt voor een veilige en schone omgeving, gezonde voeding en voldoende rust en beweging.  Zij is bovendien sensitief-responsief. Dat houdt in dat zij alert is op signalen over het (niet)welbevinden van een kind, en dat zij daarop passend reageert. Zij bouwt met het kind een hechte en vertrouwde band op, zij waardeert het kind als individu en laat dat ook merken door het positief te benaderen. De gastouder zorgt bovendien voor een goede afstemming en open communicatie met de ouders, ook dat contact draagt bij aan het gevoel van emotionele veiligheid van het kind. Vanuit die veilige basis kan het kind nieuwe uitdagingen aangaan en zichzelf verder ontwikkelen.

 
Pedagogische fysieke veiligheid
Bij  aandacht voor de fysieke veiligheid voor kinderen in de gastouderopvang spelen er ook vragen over wat een goede balans is tussen enerzijds het bieden van voldoende uitdaging voor de (motorische) ontwikkeling van kinderen en anderzijds het voorkomen van ongelukken.  Kinderen hebben van nature behoefte om op onderzoek uit te gaan en dat lukt niet altijd zonder vallen en opstaan: rollen, kruipen, lopen, maar later ook springen, hinkelen, klimmen, steppen, skaten fietsen, timmeren, knippen enzovoort, dat vraagt allemaal veel oefening. De gastouder biedt hen dan ook voldoende ruimte en mogelijkheden om al dat soort vaardigheden te ontdekken en te oefenen, maar doet dat binnen de marges van de ‘verantwoorde risico’s’. Zij zorgt ervoor dat er niks ernstigs kan misgaan. Zij is immers verantwoordelijk voor de veiligheid van de kinderen. Kinderen zullen zich weleens pijn doen, vallen of zich stoten, maar binnen bepaalde grenzen is dat niet erg. Daar leren ze van.

 

Welbevinden
De zeven kenmerken van welbevinden
Het kind is:
– Open: belangstelling en plezier
– Nieuwsgierig: actieve gerichtheid, uitdaging, uit op nieuwe ervaringen
– Levenslustig: geniet, heeft er zin in
– Tevreden: accepteert zichzelf en zijn omgeving, weinig frustratie, boosheid of weerzin
– Ontspannen: rust, aandacht, laat zich kalmeren of troosten
– Vol zelfvertrouwen: zeker van zijn zaak, doelgericht
– Evenwichtig: emoties die passend en invoelbaar zijn in de situatie 

 

Het goed inschatten van deze kenmerken is afhankelijk van leeftijd, karakter en temperament van het kind, en van wat het meekrijgt van thuis (zijn sociale en culturele achtergrond).  
Bron: Balledux (2005)

 

Definitie van welbevinden
Marleen Groeneveld deed onderzoek naar het welbevinden van kinderen en de sensitiviteit van gastouders in de gastouderopvang. De definitie van welbevinden in haar proefschrift is: “Welbevinden is de mate waarin kinderen zich veilig en ontspannen voelen en genieten van de activiteiten waarmee zij bezig zijn.” 
Bron: Groeneveld (2008)