Kwaliteit opvang bepaalt ontwikkelingsmogelijkheden
Hoe hoger de educatieve kwaliteit is van een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf, hoe beter kinderen zich ontwikkelen. Dit concludeert pedagoog Pauline Slot. Zij voerde een belangrijk deel van het grote pre-COOL-onderzoek uit. Slot zag dat peuters op een locatie met een goede educatieve en emotionele kwaliteit meer woorden kenden en makkelijker hun aandacht vast konden houden. Op 12 december promoveert Slot met haar onderzoek.
Op de emotionele kwaliteit scoren kinderdagverblijven en peuterspeelzalen gemiddeld goed. De sfeer op de groepen is prima, pm’ers staan open voor signalen van de kinderen en zij leven zich goed in de kinderen in. Maar de educatieve kwaliteit kan en moet beter. Dat concludeerden onderzoekers van het Kohnstamm Instituut onlangs ook. Slot komt in haar uitgebreide onderzoek onder 276 groepen in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen tot dezelfde conclusie.
De kwaliteit op een peuterspeelzaal verschilt nauwelijks met de kwaliteit op een kinderdagverblijf. Of het een VVE-locatie is of niet, maakt ook weinig verschil. Dit concluderen onderzoekers van het Kohnstamm Instituut. Voor het eerst werd de (pedagogische) kwaliteit van peuterspeelzalen onder de loep genomen.
Samen puzzels maken
Nederlandse peuters worden te weinig aangemoedigd en begeleid in de ontwikkeling van taal- en cognitieve vaardigheden zoals nieuwe woorden leren, doelen stellen, plannen maken en doorzetten. Activiteiten die aan deze vaardigheden bijdragen, zijn volgens Slot voorlezen, samen puzzels maken, kringgesprekken voeren of ‘doen-alsof’ fantasiespel spelen. De vraag is of pedagogisch medewerkers deze activiteiten voldoende aanbieden en of zij kinderen hierin wel genoeg stimuleren.
Woorden en aandacht houden
Slot lette in haar onderzoek vooral op de twee ontwikkelingsaspecten woordenschat en de aandachtsfunctie. Deze vaardigheden zijn namelijk belangrijk om te kunnen leren. Slot bekeek hiervoor 850 twee- en driejarige peuters verspreid over 185 groepen. Zij zag dat kinderen hun aandacht gerichter konden inzetten naarmate een peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf hoger scoorde op educatieve kwaliteit. De emotionele kwaliteit van een groep had juist meer effect op de woordenschat van peuters. Er is een aantoonbaar effect van kwaliteit op de ontwikkeling van peuters.
Vrij spel
De pedagoog keek ook naar het effect van vrij spel. Gemiddeld besteden kinderen hieraan zo’n 30 tot 35 procent per ochtend. Vrij spel is spelen zonder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Duidelijk werd dat hoe meer tijd kinderen mochten besteden aan vrij spel, hoe minder goed hun woordenschat en aandachtsfunctie ontwikkelden.
Lerende organisatie
Een betere begeleiding van spel van peuters, vraagt om kennis van de medewerkers op de groep. Slot zag duidelijk een verschil tussen organisaties die investeerden in de kennis van pm’ers en locaties die dit niet deden. De educatieve kwaliteit op de groep verbetert als peuters systematisch worden geobserveerd, de pedagogische aanpak regelmatig in teamverband wordt besproken en als er sprake is van een lerende organisatie. Dit laatste betekent dat er trainingen zijn, een persoonlijke begeleiding van pm’ers en een sfeer waarin pm’ers van elkaar kunnen leren. Ook het werken met een educatief programma draagt bij aan kwaliteit.
Pre-COOL
Dit onderzoek van Slot maakt deel uit van Pre-COOL, een grootschalig onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. Doel van Pre-COOL is vast te stellen in hoeverre voorschoolse opvang en educatie bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Het onderzoek van Slot geeft de eerste aanwijzingen dat zo’n effect er inderdaad is.
Pauline Slot promoveert op 12 december aan de Universiteit van Utrecht met haar onderzoek.
Bron: Kinderopvang Totaal – door Marianne Velsink 8 dec 2014 laatste update: 9 dec 2014